Een belangrijk deel van uw tijd brengt u werkend door. Dan is het belangrijk dat dit op een zo prettig mogelijke manier kan. Een goed bureau en een passende bureaustoel, daar begint het mee. Maar ook andere zaken die te maken hebben met de inrichting van uw kantoor spelen een rol bij het ergonomisch verantwoord en en plezierig werken. U wilt daar graag goed op letten en de juiste keuze maken bij de aanschaf. Kantoorinrichting kost geld. Een deel kunt u fiscaal aftrekken. Hoe zit dat?
Bedrijfsmiddelen
De inrichting valt voor de belastingdienst onder zogenaamde bedrijfsmiddelen. Dit zijn de zaken die u gebruikt in uw onderneming en die u niet wilt verkopen. U hebt ze nodig om uw producten te kunnen maken of uw diensten te kunnen verlenen. Inventaris valt onder bedrijfsmiddelen. De inrichting van uw kantoor is inventaris.
Kantoorinrichting aftrekbaar maar hoe?
Zoals eerder genoemd is kantoorinrichting (voor een deel) aftrekbaar. Het hangt af van de waarde van de investeringen, van de kosten die u maakt. Is uw aankoop goedkoper dan € 450? Of hebben uw kosten betrekking op 1 jaar? Dan trekt u ze in 1 keer af. Dat doet u in het jaar waarin u de kosten had. De kosten voor de kantoorinrichting zijn vaak hoger. Is uw aankoop € 450 of duurder én gebruikt u hem langer dan 1 jaar? Dan trekt u de kosten gespreid af over die jaren.
Gespreid aftrekken
Zijn kosten hoger dan € 450 én gebruikt u dat wat u aanschaft langer dan 1 jaar? Dan schrijft u dus gespreid af. Dit heet aftrekken met afschrijving. Daarbij houdt u ook rekening met de restwaarde van uw aankoop. Dus met de waarde die het betreffende middel nog heeft als u deze niet meer gebruikt voor uw onderneming. U koopt bijvoorbeeld speciale kasten om de akoestiek te verbeteren. Deze kosten bijvoorbeeld € 7.500 en u gebruikt deze 10 jaar. Na die tijd zijn de kasten nog € 500 waard. Per jaar trekt u dan af: (€ 7.500 – € 500) : 10= € 700. Soms kunnen meerdere kleine investeringen samen één bedrijfsmiddel vormen. Uiteindelijk bepaalt de belastingdienst of de investeringen samen 1 bedrijfsmiddel vormen.
Met of zonder btw?
Als u de btw kunt verrekenen, moet u de kosten van het bedrijfsmiddel nemen exclusief btw. Als u de btw niet kunt verrekenen, moet u de investering nemen inclusief btw. Als u de btw kunt verrekenen heeft dit een effect op de investeringskosten en dus ook de afschrijving.